Het water bewaart ons
In ‘Het water bewaart ons’ schetst Haro Kraak het verhaal van Elsa die al jaren op Schokland woont. Door stijgend water is dat opnieuw een eiland geworden waar een trots volk afgesloten van de samenleving leeft. Elsa komt oorspronkelijk van buiten en heeft zich omwille van de liefde voor Age aangepast aan de strenge mores van het eiland. Maar daar komt verandering in met de komst van een nieuwkomer. Terwijl Elsa zich afvraagt of ze er ooit echt bij zal horen, toont het eiland zich van een kant die het tot dan toe zorgvuldig verborgen hield. ‘Het water bewaart ons’ is een beklemmende roman over traditie, wantrouwen en het wankele geloof in het verhaal dat ieder mens en iedere gemeenschap over zichzelf vertelt.
NRC (****): ‘Het water bewaart ons heeft een strakke vorm, het boek beslaat een week en werkt, thrillerachtig onontkoombaar, toe naar een climax.’
Vrij Nederland (****): ‘De heldere eenvoud van Kraaks zinnelijke bewoordingen zorgt voor leesgenot. Spanning komt van de buitenstaander, een jongeman die het echtpaar clandestien in huis neemt. Het Wannejoene-geweld waar dat op uitdraait, is meeslepend opgebouwd.’
De Limburger (****): ‘Kortom, een rijk boek, deze tweede roman van Kraak, dreigend als noodweer, maar helder als kraanwater.’
Het Parool: ‘Een mooi geschreven roman die zich als een thriller ontvouwt.’
Nederlands Dagblad: ‘Knappe misleiding in een goed lopend verhaal. Dit zou een filmscenario kunnen worden.’
Friesch Dagblad: ‘Kraak stuurt dit hele gebeuren met vaste hand naar Wannejoene.’ (…) ‘Het zit heel kloppend in elkaar.’
Herman Koch: ‘Een verontrustend en buitengewoon boeiend portret van een kleine leefgemeenschap waar iedereen elkaar in de gaten houdt en elk woord gewogen wordt. Claustrofobie, fanatiek geloof en de onderhuidse dreiging van geweld maken Het water bewaart ons tot een adembenemende leeservaring.’
Philip Huff: ‘Deze roman is een kruisbestuiving tussen het beste van Auke Hulst en Peter Middendorp: dreigend onheil dat in klare taal op je afkomt, onontkoombaar, met een einde als een mokerslag.’
Lekhoofd
‘Ik kan mijn moeder niet uitleggen wat er in mijn hoofd omgaat, wat ik zie, proef, voel en hoor. Het is alsof we in twee treinen zitten die kortstondig naast elkaar rijden, bijna op dezelfde snelheid, waardoor je, juist door de veilige kloof, ongegeneerd naar binnen kunt staren. Je kijkt en je komt heel dichtbij, maar echt contact is onmogelijk, en dan rijdt de trein alweer door en blijf je achter met het vlakke land en het lege uitzicht.’
Noah Kremer kan geluiden proeven en ziet letters en cijfers in kleuren. Samen met zijn vriend Teun gaat hij op een ontdekkingstocht van de zintuigen om de grenzen van de perceptie te verkennen.
AD: ‘Het knettert en pulseert van al Noahs zintuiglijke indrukken. Een intrigerende leeservaring.’
De Volkskrant: ‘voor tieners kan dit freaky element wellicht de doorslag geven om Lekhoofd te gaan lezen. Hun wacht een kleurplaat van de contouren van het leven. Een licht filosofische schets die ze zelf kunnen inkleuren.’
Boekenkrant: ‘Haro Kraak maakt in Lekhoofd vele cirkels rond. Dat doet hij op een doeltreffende manier: de roman is een bijzonder knap gecomponeerd weefwerk van aan elkaar gelinkte thema’s, die steeds terugkomen en ook steeds op nieuwe manieren in elkaar grijpen. (…) Het levert een boek op waarvan nu al gezegd kan worden dat het één van de betere literaire debuten van dit jaar is.’
Sylvia Witteman in een column in de Volkskrant: ‘Kraak heeft een plezierige stijl. De wonderen van de synesthesie beschrijft hij pakkend en ook die wat pompeuze bevlogenheid die intelligente puberjongens nu eenmaal kunnen hebben is heel raak neergezet. Hier en daar moest ik denken aan Oek de Jongs ‘opwaaiende zomerjurken’ (…) Kraak kan onmiskenbaar goed schrijven.’
Peter Buwalda: ‘Een bijzondere coming of age-roman met een paar scherpe randen.’
Maartje Wortel: ‘Haro Kraak schrijft op overtuigende wijze een kleurrijk verhaal over een gevoelige jongen die zich staande moet weten te houden terwijl de wereld langzaam uit elkaar valt. Een trefzeker debuut.’
Marijn Sikken in een column op Cleeft.nl: ‘Beide vertellers gebruiken verhaal om de wereld te begrijpen. Dat ze hierin een spel spelen, levert innemende personages op. En dat is knap. Maar waar Noah uit ‘Lekhoofd’ zich laat meeslepen door zijn eigen observaties, pik ik dat eerder dan wanneer het meisje uit ‘Het scheve meisje’ dit doet. Is het de leeftijd? Of komt het doordat Noah, ondanks zijn afwijkingen, een vrij normale (namelijk niet-briljant of briljant-bedoelde) puber is?’
Op Mustmag.nl wordt Lekhoofd een van de vier beste debuutromans van dit seizoen genoemd. ‘Dit boek is een topper voor jonge mensen en zet je hoe dan ook aan het denken over de wereld om je heen, maar doet het volgens mij ook zeker niet slecht bij mensen die zelf allang geen puber meer zijn.’
Lekhoofd werd genomineerd voor de Bronzen Uil en opgenomen op de longlist van elf boeken voor de ANV Debutantenprijs.